Avontuurlijk als we zijn konden we er niet onderuit om in onze vakantie een bezoekje te brengen aan avonturenpark Le Grand Defí, bestaande uit zes parcours met touwen hoog boven de grond, kabelbanen over het water en hindernissen waar zowel beginners als gevorderde klimmers hun hart bij kunnen ophalen.
Zondag 12 augustus 2012
Omdat het zondag bewolkt was boven de westerse kust van Frankrijk, leek ons die dag wel geschikt om onze ervaringen met apenkooien naar een hoger niveau te tillen. We realiseerden ons echter niet dat ons bezoek aan Le Grand Defí zowel een lichamelijke als mentale test werd en dat een stevige dosis spierpijn als extra bagage met ons mee ging tijdens onze terugreis naar Nederland.
De zwarte band
Met een lichte vorm van euforie stappen we het avonturenterrein op en melden ons bij de receptie. Als volwassenen krijgen we een zwart bandje om onze pols bevestigd, wat doet denken aan een zwarte band bij karate of de zwarte skipiste, maar we laten deze associaties maar niet te veel naar ons hoofd stijgen. Ons klimoutfitje wordt verder uitgebreid met een tuigje. Na een korte introductie op een simpel trainingsparcour, worden we als kinderen in de ballenbak van IKEA losgelaten. Succes en tot ziens. Hopelijk bent u niet de zwakste schakel.
For casual climbers
Een Engels gezin die bij ons in de groep zat tijdens de training, raakt met ons aan de praat en stelt voor om samen het groene familieparcour te nemen. ‘For casual climbers’ staat er op de plattegrond van het avonturenpark. Oscar stelt nog voor of het niet verstandiger is om met een gemakkelijker parcours te starten, maar van ons moet hij gewoon gelijk mee de hoge boom in.
Verbazingwekkend genoeg gaat het klimmen ons al gauw goed af. Doordat ieder parcours uit meerdere onderdelen bestaat, en je tijdens het ene onderdeel niet kunt zien hoe de volgende eruit ziet, blijft het afwachten of je “Wow, vet!”, of “Oh, shit…” roept. Maar na elke “Oh, shit…” zijn we opnieuw trots op onszelf en op elkaar. En voelen we de adrenaline langzaam van ons afglijden wanneer we in razend tempo de kabelbaan afroetsjen.
Into the jungle
Een groen en lichtblauw parcours verder, kijken we elkaar aan om te pijlen of de ander nog verder wil gaan. Tot zover de casual climbers, we gaan voor het donkerblauwe Parcours Jungle, waarmee we ons als groentjes op een baan voor experts begeven. Maar opnieuw weten de woorden van onze Engelse nieuwe vrienden ons te overtuigen van een stap die onze eigen natuur te boven gaat. En dus klimmen we opnieuw een boom in om vanaf daar door te klauteren en haast onmogelijke obstakels achter ons te laten. Op bepaalde stukken is een perfect getimede stap naar het volgende plateau en daarna een evenzo perfecte balans, de enige oplossing. Ik ben maar wat blij met mijn lange benen. Ook speelt snelheid een rol, maar in de Jungle draait het vooral om kracht. Oscar krijgt het zwaar, omdat zijn armspieren beginnen te verzuren. Met vele peptalks van mij en een doorzettingsvermogen van het ik jou daar zet hij toch door.
De laatste loodjes
Oscar: “In de laatste fase van Parcours Jungle, wanneer Danielle al ruim voor ligt en af en toe een bezorgde blik mijn kant op werpt, neem ik een beslissing. Het is stoppen of doorgaan. En om mijn zelfvertrouwen te verhogen, of in ieder geval voorlopig te behouden, moet ik doorgaan.”
Hij schreeuwt het uit van de pijn als hij zichzelf omhoog trekt om over een houten balk te komen en via een schommelend plateau aan de overkant moet zien te komen. Het eind is in zicht en ik roep hem toe dat dit het laatste stukje is en daarna een fantastische kabelbaan. Helaas moet hij daarvoor nog wel twintig wiebelende balkjes voor overstappen, maar minutenlang en vele zweetdruppels verder, raken Oscars voeten de houten ondergrond die aan de één-na-laatste boom vastzit en het startpunt vormt voor een kabelbaan naar de finish. Gehaald, en wat zijn we trots op elkaar!
Maandag 13 augustus 2012
Om 7.00 uur gaat de wekker in de tent.
“Alles doet pijn”.
“Bij mij ook, Danielle”.
“Moet je je arm zien, Oscar!”.
“Wat een spierpijn!”.
Met spierpijn in ons lichaam ruimen we bij de opkomende zon de tent op en pakken de auto in. We scoren nog wat laatste Franse croissants en nemen om half negen afscheid van camping RCN la Ferme du Latoi om te beginnen aan een elf uur durende terugrit naar Nederland. Als we de grens overrijden, komen we al snel tot een aangename conclusie: we hebben het zonnige weer uit Frankrijk meegenomen!
16 reacties on “Adrenaline en afzien in Le Grand Defí”