De jongen in de gestreepte pyjama begint in Berlijn in 1943. Als de negenjarige Bruno op een dag uit school komt, zijn al zijn spullen in kratten gepakt. Zijn vader heeft promotie gekregen, en Bruno en zijn familie moeten verhuizen naar een plek die ver weg is, waar niets te doen is en waar niemand is om mee te spelen. Hun nieuwe huis staat naast een hek dat zich uitstrekt zover het oog maar reikt, een hek dat Bruno afschermt van de vreemde mensen die hij daarachter ziet bewegen.
Het boek is zo dun, dat ik niet te veel wil verklappen. Je maakt de oorlog als het ware mee door de ogen van een negenjarig kind. Hoewel het een droevig onderwerp is, zit er ook wel humor in het boek, omdat Bruno nog zo onwetend is. Het is bijzonder boekje en zeker het lezen waard.