Voor even heette ik Frederique en betaalden we 5 euro entree met de Postbank rekening. Jassen, tassen en paraplu’s werden (gratis!) afgegeven bij de garderobe, daar kunnen Paradiso en de Melkweg nog eens iets van leren. Via de Rotterdamse trap kwamen we op de tweede verdieping, we baanden ons en weg langs de toeristen, bewakers en schilderijen en volgden met bonzend hart de bordjes ‘Damien Hirst: For The Love Of God’. Toen we langs de van Gogh’s, Rembrandts en van Steens liepen herinnerde ik me weer waarom ik nog nooit eerder in het Rijksmuseum ben geweest: het hangt vol met schilderijen. En echt, ik ben best cultureel en kunstzinnig aangelegd (al zeg ik het zelf), maar met die spetters verf heb ik gewoon helemaal niks.
Terwijl wij in de rij gingen staan voor dé bezienswaardigheid van het jaar, bogen toeristen zich over schilderijen die me vaag deden herinneren aan de lessen van CKV. Ik vond het best spannend en was erg nieuwsgierig wat we te zien zouden krijgen, toen de bewaker ons uiteindelijk wenkte, slopen we naar binnen. Ik pakte Eva’s hand vast en samen schuifelden we naar binnen. Het was pikkedonker in de kamer en je moest even wennen aan het weinige licht. In het midden stond dan hét kunstobject waar we voor kwamen: het wereldberoemde met diamanten ingelegde schedel van de Britse kunstenaar Damien Hirst. Het Rijksmuseum heeft de eer deze werelprimeur als eerste te mogen laten zien.
Ik gaapte met open mond naar de schedel en had moeite om niet te gaan kwijlen. Het glinsterde en glitterde. Ik zag al helemaal voor me hoe het in mijn toekomstige huiskamer zou staan. Langzaam liepen we een rondje om alle hoeken en neusgaten te bewonderen totdat de bewaker het tijd vond een nieuwe groep naar binnen te loodsen. Nu kwamen we in een ruimte met een persoonlijke keuze van Hirst uit de 17de-eeuwse collectie van het Rijksmuseum. Ik deed net of ik het verschrikkelijk interessant vond en heb alle informatiebordjes gapend en wel gelezen. Daarna wilde ik nog een keer in de rij om nog eens een blik te werpen op die 8.601 diamanten.
Terwijl Eva zich af vroeg waarom dit geval zoveel media aandacht heeft gekregen, was ik bang dat de bewaker ons misschien zou gaan aanranden. We bekeken ‘For the Love of God’ nog een keer en liepen toen richting de uitgang. Daar kwamen we de Nachtwacht tegen. Ik had verwacht dat het veel groter en indrukwekkender zou zijn. De schedel was dat daarentegen wel en is nog te zien tot 15 december 2008.