Ik kijk trots naar ‘onze’ groep. De hunnebedders, de West-Friezen en de aanhang. We wrijven dit keer eens niet de laatste slaap uit onze ogen, laten ons niet verleiden door een liter sterke koffie en we zien er fris uitgeslapen uit.
Woensdag 29 juli 2011
Met onze Xtra Long campingtickets stappen we een dag eerder in de auto dan voorgaande jaren. We noemen de voordelen nog eens vrolijk op: we kunnen heerlijk uitslapen, doen ’s ochtends nog snel de laatste boodschappen (lees: tóch nog een extra fles drank), hoeven onze wekkers niet midden in de nacht te zetten, zijn de eerste festivaldag eens niet 24 uur op, staan niet in een ellenlange file waar geen eind aan lijkt te komen (trauma’s!) en kunnen onze tent ‘rustig’ opzetten (voor de Quechua-gebruikers: uitklappen) in het weiland van Haacht. Goedgehumeurd rijden we daarom midden op de dag richting het zuiden. We keken hier het hele jaar naar uit. Rock Werchter. Het eerste weekend van juli. We mogen weer.
Aan het eind van de middag rijden we het parkeerweiland op. De fitnessoefeningen van het afgelopen jaar lijken zijn vruchten af te werpen; ik rol zonder problemen mijn volgestouwde weekendtas achter mij aan. We belanden ergens halverwege de koeienvlaaien op camping A3, zijn net op tijd voor de drukte en staan uiteindelijk in een ietwat scheve cirkel bij elkaar. Met de partytenten in ons midden is het weer goed toeven. Ons tijdsbesef zijn we inmiddels tussen de dorre grassprieten verloren.
We eten wanneer we honger hebben, doen gezellig samen een loopje naar de Dixie’s en ik introduceer Skip-bo bij de fervente Klaverjasspelers. ’s Avonds genieten we van een concert van Linkin Park – dat wordt uitgezonden op groot scherm door JIM (welke Belg noemt zijn televisiezender in hemelsnaam naar een Nederlandse ‘artiest’?) en we doen later op de avond een dansje op de (soms) goede muziek. Want ze zijn nog lang niet moe.
Donderdag 30 juli 2011
De eerste officiële festivaldag. OFWGKTA (wie?) mag het festival op het hoofdpodium openen. Ik kan mij daar niet veel meer van herinneren. Het pubermeisje dat bij het daaropvolgende optreden van Seasick Steve het podium mag beklimmen, is mij echter wél bijgebleven. De baard van die man trouwens ook. Zijn muziek dan weer wat minder. Van mij mag hij met zijn driesnarige gitaar en houten kistje terug naar zijn kekke hooischuur in Noorwegen.
Ondertussen hoor ik de ‘HI WERCHTER! WE ARE THE HIVES…’ al echoën in mijn hoofd. En – wat we de afgelopen Werchterjaren hebben gemist als kiespijn – gaat het tijdens deze Zweedse garagerock regenen. Dat we onze poncho’s over onze hoofden moeten trekken, kan de pret echter niet drukken. Het optreden van Anouk doet dat echter wel. Natúúrlijk is het een geweldige zangeres en natúúrlijk zijn haar nummers vermakelijk, maar ze laat iets te duidelijk weten dat ze Nobody’s Wife is. Of haar nieuwe album haar daadwerkelijk To Get Her Together heeft gekregen, betwijfel ik ten zeerste.
Dan Queens of the Stone Age. Na 40 bandleden te hebben versleten, blijft er steeds één man recht overeind staan: frontman Josh Homme. Ik heb zeer veel respect voor deze man. Een echte rocker die inmiddels tot de oude garde behoort, maar muzikaal (gelukkig) nog lang niet uitgespeeld is.
En van de daaropvolgende band hoop ik in de komende jaren ook nog veel te horen. Het is tevens één van de hoogtepunten van mijn weekend: Linkin Park. Voor het eerst in tien jaar weer in België, maar door mij eerder gespot op Pinkpop. Toen was ik zo in extase dat ik mij bijna niets meer van het concert kan herinneren. Gelukkig, gelukkig mocht ik ze dan eindelijk nogmaals bewonderen. Ik heb zeer veel respect voor Chester Bennington en Mike Shinoda. En als we dan ook nog in het voorste vak staan, moet ik toch echt mijn kwijlbakje tevoorschijn halen. Hoewel de tissues bij het nummer Iridescent ook naar mij toegegooid mochten worden.
Nu ik een nieuwe alinea begin, moet ik eigenlijk ook ophouden met mijn gezwijmel. Want zo romantisch kan nu metal toch niet zijn? Nu, voor mij dus wel. Maar waar mijn hart ook sneller van gaat kloppen, is het debuutalbum van Hurts. Zeker na het zien van het optreden op Pinkpop. We liepen dus voor het eerst vandaag naar de Pyramid Marquee, terwijl The Chemical Brothers de dag afsloten op het hoofdpodium. Het ene nummer van Hurts vind ik nog mooier dan het andere. Zanger Theo Hutchcraft is zó gepassioneerd (een woord waarvan ik niet dacht dat ik dat nog in mijn mond zou nemen). Hij bespeelt het publiek, neemt je even mee naar een andere wereld en wist jeugdheld Kylie Minogue zelfs te strikken voor een duet. Daar scoor je bij mij punten mee! Trouwens ook credits voor Adam Anderson, de man van de synthesizer. Een betere slaapmuts kan ik mij niet wensen na zo’n eerste festivaldag. It’s such a wonderful life.
Vrijdag 1 juli 2011
In de categorie herinner jij je deze nog-nog-nog-nog?: My Chemical Romance. Hoewel ik het album The Black Parade heb grijsgedraaid, zou ik deze emo’s nooit kunnen vergelijken met Green Day, zoals de website van Rock Werchter dat doet. Groot geworden onder de MySpace-generatie bouwde de band een grote schare trouwe fan op. En om deze fans te eren, verfde frontman Gerard Way zijn haar lelijk rood. Ongemanierd en speeksel spuwend in zijn vintage skinny jeans vragen wij ons af wat er van deze band geworden is. Het antwoord: niets. Maar in de vroege namiddag is het best vermakelijk om naar te luisteren.
Vervolgens hebben we Triggerfinger. De band van Matthijs van Nieuwkerk. Maar niet dat van mij. Gelukkig kunnen we al snel genieten van Jimmy Eat World in de tent. Na (bijna) twintig jaar zorgen zij nog steeds voor een feestje. Vooral vriendje is van hun muziek gecharmeerd, maar ik wil toch ook nog een stukje White Lies meepakken. Je moet in de mood zijn voor hun donkere nummers en het bewolkte weer doet daar gezellig aan mee. Ook the National valt voor mij onder deze categorie.
Vervolgens mag Arctic Monkeys hun kunstje doen. De jongetjes die mij altijd doen denken aan de indiedoorbraakgekte, waarmee vriendinnetje E. zich liet besmetten. Helemaal niet erg natuurlijk, want hun muziek is gewoonweg goed. Hun optredens daarentegen kunnen wel wat meer power gebruiken. Maar het inmiddels opgebouwde imago van Alex Turner laat dat niet (meer) toe. Ik heb respect voor hem (en ja, stiekem óók voor dat muzikale, puistige groentje dat hij vroeger was).
Een band dat mijn respect weer terug moest winnen, was Kings Of Leon. Het concert op Rock Werchter 2009 was één grote aanfluiting. En tijdens het schrijven van dit ellenlange verslag, blijkt dat ze hun verdere tour van deze zomer in Amerika hebben stopgezet. De familie Followill kan de druk duidelijk niet aan, maar daar is dit keer weinig van te merken. Het lijkt alsof ze er plezier in hebben. Want na het fiasco in Amerika geloof ik niet meer dat er iemand op hun vingers heeft getikt. Ze trakteerden ons op een goede performance met een indrukwekkende lichtshow, de sex(y) on fire stem van Caleb en de ene hit na de andere. Bravo, jongens. Jullie kunnen het wel!
Zaterdag 2 juli 2011
Wat wij deden om Bruno Mars te ontwijken? We speelden Ben ik een banaan? op de camping. Vermakelijk tijdverdrijf waarmee we de hele middag zoet waren. Elbow wilden we daarentegen niet missen en ook Portishead en PJ Harvey mochten niet op ons netvlies ontbreken. Ondertussen deed Selah Sue haar ding in de Piramid Marquee, maar ze had met gemak op het hoofdpodium kunnen staan. Wat een publiek! En wat een meisje! Hoewel ik nog steeds het merendeel van de teksten niet eens kan verstaan (neem bijvoorbeeld Raggamuffin), heb ik mij inmiddels ook laten betoveren door het suikerspinnenkapsel.
En toen stond er een band op het hoofdpodium waar ik heel erg naar uitkeek. Ze zaten in The Simpsons, vierden de tiende verjaardag van hun debuut Parachutes en zijn een iPhone app geworden. Duizenden mensen scandeerden de ooh’s mee tijdens hun Viva La Vida-tour. En ook ik mocht daar front row van genieten een aantal jaar gelden. Ik wist dat ze dat concert vanavond niet konden evenaren. Maar wat waren ze weer goed. Chris Martin, Jon Buckland, Will Champion en Guy Berryman, beter bekend als Coldplay. In de sfeer van hun nieuwste single Every teardrop is a waterfall leek ik voor even weg te zweven in de magische wondere wereld van deze Britse, charismatische band.
Zondag 3 juli 2011
Vandaag begonnen we de dag met de riedeltjes van Kasabian. En vervolgens gingen we los op de Kaiser Chiefs. Het was raar om deze band te zien, terwijl ik de week ervoor toetsenist Peanut nog had geïnterviewd. Daar stond hij (niet eens zo ver van ons verwijderd) op het podium te spelen voor duizenden mensen. En ik zat met hem aan een tafeltje aardbeien te snoepen. Kaiser Chiefs is altijd een feestje om te zien. Het ene na het andere bekende nummer kwam voorbij. En jawel, zoals ik had voorzien klom zanger Ricky in de stijgers. Tijdens het interview riep Peanut dat Werchter één van hun favoriete festivals is. En na mijn vijfde Rock Werchter kan ik dit natuurlijk alleen maar beamen.
Helaas kwam er aan deze editie al sneller een eind dan voorgaande jaren. Vriendje moest de volgende dag weer fris en fruitig aan het werk, dus we vertrokken zondagavond weer richting het noorden. Moe, stinkend en voldaan en met een brede glimlach om onze mond luisteren we op 3FM naar de laatste live-uitzending vanaf Rock Werchter 2011.
6 reacties on “Rock Werchter 2011”