In de herfst van 1928 zien Waldemar Nods en Rika van der Lans elkaar voor de eerste maal. Het is een ontmoeting tussen twee werelden: hij is een jonge Surinaamse student, zij een veel oudere, getrouwde Hollandse met vier kinderen. Als Rika zwanger wordt van haar zwarte kostganger is het schandaal dan ook niet te overzien. Het stel trotseert armoede en discriminatie en slaagt erin een gelukkig bestaan op te bouwen met hun zoontje Waldy, alias Sonny Boy. Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit, en besluiten ze joden in huis te nemen – met alle consequenties van dien.
Toen ik nog een overmatigheid aan boekenbonnen bezat, kocht ik in een opwelling de literaire roman ‘Sonny Boy’. De achterkant sprak mij wel aan en de kaft had wel een mysterieuze uitstraling. Het boek ging echter heel anders dan ik had verwacht. Het begint met de ontdekking van Suriname en eindigt met een volwassen oude Sonny Boy. Het is een autobiografisch boek en mede daardoor kreeg ik nog meer bewondering voor het verhaal, al dan niet voor de schrijfster, Annejet van der Zijl. Die ook de biografie over Annie M.G. Schmidt en prins Bernars schreef. Door haar opmerkelijke goede en uitgebreide research, is het boek een heerlijk geschiedenisverhaal geworden over een (onbekend) gezin met een zeer interessant levensverhaal. Naar alle waarschijnlijkheid zal het boek dit jaar nog verfilmd worden. Een boek dat zeker indruk op je zal maken en waarbij misschien een zakdoekje te pas moet komen.